NADELEN VAN VROEGE CASTRATIE BIJ HONDEN
INLEIDING
Steeds vaker worden honden op jonge
leeftijd al gecastreerd. Met ‘jong’ bedoel ik voor de leeftijd van
6 maanden. Deze trend komt voornamelijk overwaaien uit de USA, waar om redenen
van geboortebeperking dit beleid flink gestimuleerd wordt. Voor alle duidelijkheid:
met ‘castratie’ wordt hier bedoeld het verwijderen van de testikels
of de eierstokken. Als ik het over gecastreerde honden heb, dan heb ik het dus
zowel over reuen als teven. Voor meer uitleg over de termen castratie en sterilisatie
is het nuttig om het artikel uit onze bibliotheek over castratie en sterilisatie
bij honden te lezen (zie verderop in dit artikel).
Nog afgezien van het feit dat er misschien wel sowieso teveel honden worden gecastreerd, zijn er in ieder geval nogal wat bezwaren tegen castratie op jonge leeftijd. Er zijn althans aanwijzingen dat we op zijn minst voorzichtig en kritisch moeten zijn en blijven bij het volgen van dergelijke trends. In onderstaand artikel zet ik de bezwaren voor u op een rij.
UROGENITAAL APPARAAT
Het vroeg castreren van reuen en teven
leidt tot relatief onderontwikkelde uitwendige geslachtsdelen, zoals de penis
en de vulva. Dit kan ontstekingen van de voorhuid en de huid rond de vulva tot
gevolg hebben. Door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is tevens aangetoond
dat het vroeg castreren van teven, maar hoogst waarschijnlijk ook van reuen
een grotere kans op de zogenaamde castratie onzindelijkheid met zich meebrengt.
BEWEGINGSAPPARAAT
De geslachtshormonen die worden
geproduceerd in de eierstokken (teef) of testikels (reu) van de hond spelen
een belangrijke rol bij de groei. Zo is in een aantal studies aangetoond dat
bij vroege castratie de botten langer doorgroeien dan bij een intacte hond of
een hond die op latere leeftijd gecastreerd wordt. Een hond die op jonge leeftijd
gecastreerd wordt, zal dus langere maar lichtere botten krijgen. Het is niet
zo moeilijk om te bedenken dat dit soort structurele veranderingen in de bouw
van het skelet ook gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van het bewegingsapparaat.
Er is zelfs een onderzoek gedaan in Texas, waaruit zou blijken dat gecastreerde
honden (overigens wordt hier niet gekeken naar de leeftijd waarop de castratie
wordt uitgevoerd) een grotere kans op een voorste kruisbandlaesie zouden hebben.
En de kans op de ontwikkeling van heupdysplasie zou vergroot zijn ten gevolge
van het op vroege leeftijd castreren van honden. Of deze studies daadwerkelijk
valide genoeg zijn om deze conclusies te trekken, durf ik te betwijfelen. Maar
dat vroeg castreren invloed heeft op de groei van het skelet is wetenschappelijk
bewezen en dat dit mogelijk het ontstaan van bepaalde aandoeningen aan het bewegingsapparaat
bevordert, is zeker niet ondenkbaar!
TUMOREN
Een teef die vóór de 2e
loosheid gecastreerd wordt, heeft een veel kleinere kans op het ontwikkelen
van tumoren in de melkklieren op latere leeftijd in vergelijking met een intacte
teef of een teef die op latere leeftijd wordt gecastreerd. Maar wat betreft
de invloed op het ontwikkelen van andere tumoren horen we andere, minder positieve
geluiden met betrekking tot het vroeg castreren van honden. Zo zou de kans op
het voorkomen van een haemangiosarcoom (een relatief veel voorkomende tumor
die o.a. voorkomt in het hart en de milt bij honden) groter zijn bij gecastreerde
honden dan bij niet gecastreerde honden. Er zijn twee studies waaruit blijkt
dat (vroeg) gecastreerde honden meer kans hebben op het ontwikkelen van botkanker
(osteosarcoom). Op zich niet zo gek, want we wisten al dat bij honden(rassen)
die (extreem) groot zijn vaker botkanker voorkomt en vroeg castreren zorgt ervoor
dat een hond langer doorgroeit en dus veel groter wordt! Er is ook gerede twijfel
of het castreren van reuen, op welke leeftijd dan ook, de kans op het ontstaan
van prostaatkanker verkleint. Door sommige mensen wordt dit gunstige effect
van castreren echter wel geclaimd. Dit betekent overigens niet dat castratie
van een reu met een bestaand chronische prostaatproblemen (-ontsteking, -vergroting,
etc.) zinloos is!
GEDRAG
Veel honden eigenaren denken dat hun
hond rustiger en veel gemakkelijker wordt in de omgang na een castratie. Dit
is echter niet zo zwart/wit als de meeste mensen wel denken! Bepaalde vormen
van ongewenst gedrag, waaronder vooral angst gerelateerde problemen zouden juist
vaker voorkomen bij (vroeg) gecastreerde honden vergeleken met intacte honden.
Vooral bij reuen met een angstig en onzeker karakter kan castratie mijns inziens
leiden tot regelrechte angstagressie. Ook op latere leeftijd schijnt er verschil
te zijn in de achteruitgang van de cognitieve functies (dementieachtige verschijnselen)
tussen gecastreerde reuen en intacte reuen.
SCHILDKLIER
Een gecastreerde hond wordt sneller
te dik, dat weet bijna iedereen. Mogelijk heeft dat iets te maken met de verminderde
werking van de schildklier na castratie. In ieder geval is aangetoond, dat castratie
de kans op een te traag werkende schildklier duidelijk vergroot!
CONCLUSIES
Of het vroeg castreren van honden daadwerkelijk
de kans op kruisband letsels vergroot is mijns inziens niet helemaal duidelijk.
Het wel of niet ontstaan van een kruisband letsel is van zoveel factoren afhankelijk,
dat er bij een onderzoek naar het verschil in frequentie van voorkomen van kruisbandletsels
bij gecastreerde versus niet gecastreerde honden al snel verkeerde conclusies
getrokken kunnen worden als niet al deze factoren worden meegewogen in het oordeel.
Het zou dan ook niet juist zijn om op grond van dergelijke onderzoeken het vroeg
castreren van honden volledig te veroordelen. Er zijn echter redenen genoeg
om, als we gewoon logisch redeneren, aan te nemen dat het op jonge leeftijd
castreren van honden nogal wat gevolgen heeft voor de ontwikkeling van een hond.
Zowel op het lichamelijke als op het psychische vlak.
En laten we het vraagstuk eens van de andere kant bekijken: is het nou echt zo´n probleem om even te wachten met een eventuele castratie? Er zijn, denk ik, maar weinig mensen die een loopse teef echt niet uit de buurt van een reu kunnen houden gedurende een periode van 3 weken.
De boodschap die ik wil overbrengen is dan ook deze: Zie het castreren van uw hond niet als iets dat "zo hoort" of als iets wat u hoe dan ook moet laten doen. Overweeg goed wat de voordelen en nadelen zijn van het castreren van uw hond en als u besluit om uw hond te laten castreren, doe het dan niet te vroeg! Wacht in ieder geval tot de hond uitgegroeid en uit ontwikkeld is, zowel op het lichamelijke als op het psychische vlak. Pas dan is de keus ook weloverwogen en bewust te maken denk ik. Castreren - Steriliseren (hond en kat) - Pro's en contra's zorgvuldig tegen elkaar afwegen!
Sommige mensen willen ons doen geloven dat een castratie/sterilisatie een "routineklus" is, dat het vooral op "heel jonge leeftijd" moet gebeuren en dat het "goed" is voor een hond. Maar zo simpel ligt het toch niet. Voordat we besluiten om een hond te (laten) castreren/steriliseren moeten we eerst alle pro's en contra's zorgvuldig tegen elkaar afwegen. Bij elke hond opnieuw. Het gaat om een operatie en verandering van de hormoonhuishouding.
DE OVERWEGINGEN OP EEN RIJ:
Terminologie
Het woord sterilisatie komt in feite uit de humane geneeskunde
en wordt in de diergeneeskunde eigenlijk veelal foutief gebruikt. "Steriliseren"
is het onderbinden van de eileiders of zaadleiders, waarbij de eierstokken respectievelijk
de teelballen behouden blijven, met als doel onvruchtbaarheid van de patiënt
(=steriliteit) te bewerkstelligen.
Bij honden en katten wordt eigenlijk altijd een "castratie" uitgevoerd: De eierstokken of de teelballen worden geheel verwijderd. Hiermee is het dier dus niet alleen steriel geworden, maar ook de productie van geslachtshormonen wordt stilgelegd. Toch vinden wij, dat de term castratie voorbehouden moet blijven aan de reu.
Bij de teef onderscheiden we 2 mogelijkheden: òf we verwijderen alleen de eierstokken (=ovarioectomie), òf we verwijderen eierstokken en baarmoeder (=ovariohysterectomie).
OVARIOECTOMIE OF
OVARIOHYSTERECTOMIE
In beide gevallen worden de eierstokken
verwijderd en dus inbreuk gedaan op de hormoonhuishouding. Als de baarmoeder
gezond is, kunnen we die ook rustig laten zitten. Door de verwijdering van de
eierstokken staat de baarmoeder niet meer onder hormonale invloed en zal daardoor
ook geen problemen geven in de toekomst. Als de baarmoeder afwijkend is moet
deze natuurlijk wel verwijderd worden. In de praktijk zal het erop neer komen,
dat op jongere leeftijd veelal een ovarioectomie wordt uitgevoerd, op oudere
leeftijd een ovariohysterectomie. De ovarioectomie is mogelijk een iets minder
ingrijpende operatie. Het is niet zo, dat de gevreesde urine-incontinentie (zie
verder) meer voorkomt na een ovariohysterectomie dan na een ovarioectomie. De
urineincontinentie na een ovario(hyster)ectomie wordt veroorzaakt door de storing
in de hormoonhuishouding.
LEEFTIJD EN TIJDSTIP
VAN OPEREREN
Daarover zijn ook nogal wat uiteenlopende
meningen. Dat komt omdat verschillende mensen de pro's en contra's verschillend
wegen. Kennis, visie, gevoel, en eigen belang spelen daarbij een belangrijke
rol. In de Verenigde Staten is het gebruikelijk dat een ovarioectomie op zeer
jeugdige leeftijd, zelfs nog vóór de eerste loopsheid wordt uitgevoerd.
We moeten ons wel realiseren, dat in de Verenigde Staten deze vroegtijdige ingreep
met nadruk gepropageerd wordt door de dierenbescherming, omdat er daar sprake
is van een enorme overpopulatie van huisdieren.
Ook in Nederland zijn er dierenartsen die zeer enthousiast zijn over deze vroegtijdige
ingreep. De indruk bestaat echter, dat een ovarioectomie vóór
de 1e loopsheid wel een verhoogde kans geeft op een aantal nog te noemen nadelen:
sterke gewichtstoename en het ontstaan van urine-incontinentie. Bovendien is
er kans dat de ontwikkeling van de karakterstructuur van de hond niet volledig
zal zijn. Ook het uitwendige geslachtsapparaat kan onderontwikkeld blijven bij
een te vroege ovarioectomie: De hond houdt dan een zogenaamde infantiele vulva,
wat het ontstaan van ontstekingen van de huid rond de vulva met zich mee kan
brengen. Door de vroegtijdige ingreep, in elk geval uiterlijk vóór
de 4de loopsheid, heeft men wel aanzienlijk minder kans op de ontwikkeling van
kwaadaardige tumoren van de melkklieren. Let wel: Kwaadaardige tumoren. De zeer
veel vaker voorkomende goedaardige knobbeltjes, die groot in omvang en aantal
kunnen zijn kunnen wij er niet met zekerheid mee voorkomen. Wat betreft het
juiste tijdstip van de cyclus geven we er de voorkeur aan een ovario(hyster)ectomie
uit te voeren tijdens de rustfase van de cyclus (anoestrus). In de praktijk
komt dat neer op circa 3 maanden na het begin van de laatste loopsheid.
VOORDELEN VAN EEN OVARIO(HYSTER)ECTOMIE
- Niet meer loops worden
Na een castratie zal een teef niet meer loops worden. Hoewel natuurlijk in de
meeste gevallen de ongemakken van het hebben van een loopse teef overkomelijk
zijn, is het voor een aantal eigenaren een lastig iets: de uitvloeiing van de
teef en opdringerige reuen bij het uitlaten en om het huis. Loopsheidspreventie
kan ook door middel van een medicamenteuze behandeling bewerkstelligd worden
(anti-loopsheidinjecties). Deze behandeling brengt echter mogelijk een aantal
bijwerkingen met zich mee. Het is dan ook niet aan te raden om dergelijke preparaten
langdurig te gebruiken.
- Verlaging van het risico op tumoren van de melkklieren
Indien een overioectomie vroeg in het leven plaatsvindt, in ieder geval vóór
de 2de, uiterlijk 4de loopsheid, zal zoals reeds aangegeven de kans op het ontstaan
van kwaadaardige melkkliertumoren aanzienlijk kleiner worden. Honden die voor
de 2de loopsheid geopereerd worden hebben zeven maal minder kans op kwaadaardige
melkkliertumoren dan honden die niet, of op latere leeftijd gecastreerd zijn.
- Voorkomen van een baarmoederontsteking
Een baarmoederontsteking bij honden ontstaat onder invloed van hormonen uit
een zogenaamde Cysteuze Endometrium Hyperplasie (CEH). Onder invloed van progesteron
dat na elke ovulatie (=eisprong) door de eierstokken geproduceerd wordt kan
het baarmoederslijmvlies (=endometrium) zich gaan verdikken (=hyperplasie) en
cysteus (cyste =blaasje) worden. Als dit veranderde slijmvlies ontstoken raakt,
dan ontwikkelt zich hieruit een baarmoederontsteking. Dit kan een gevaarlijke
situatie opleveren voor de teef, vooral als de baarmoedermond gesloten is waardoor
de pus niet weg kan (=pyometra). In dit geval is zelfs aantasting van de nieren
of soms het ontstaan van een buikvliesontsteking mogelijk. De kans op een baarmoederontsteking
wordt groter naarmate de teef vaker loops is geweest (herhaalde invloed van
progesteron).
- Voorkomen van suikerziekte
Het reeds genoemde geslachtshormoon progesteron kan het lichaam ongevoelig maken
voor insuline. Hierdoor heeft een niet gecastreerde teef een grotere kans op
suikerziekte.
- Schijndracht
Het schijndrachtig worden van een teef is in de natuur een compleet normaal
fenomeen. In een roedel wolven of wilde honden worden de zogenaamde alfa-teven
gedekt en de andere teven worden schijndrachtig (eigenlijk "schijnmoeder").
De schijndrachtige teven voeden ook daadwerkelijk de pups van de andere teven
en dragen zo bij aan de verzorging. Bij onze gedomesticeerde huishond is het
schijndrachtig worden van een teef vervelend voor de baas en zo mogelijk nog
vervelender voor de hond zelf. Daarnaast bestaat de indruk dat honden die regelmatig
schijndrachtig zijn een grotere kans hebben op het ontwikkelen van (kwaadaardige)
melkkliertumoren.
NADELEN VAN CASTRATIE VAN EEN TEEF
- Onomkeerbaarheid
De ingreep is onomkeerbaar, dat wil zeggen eenmaal uitgevoerd is een castratie
niet meer terug te draaien.
- Gewichtstoename
Na een castratie heeft een teef sneller de neiging te zwaar te worden. Een aanpassing
van de voeding is in veel gevallen noodzakelijk en het is aan te raden om het
gewicht van de hond na castratie regelmatig te (laten) controleren. De gewichtstoename
wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een verlaging van de schildklierfunctie.
Door de gewichtstoename zullen arthrose processen versneld verergeren. En natuurlijk
zijn er nog wel meer nadelen van overgewicht: huidklachten, problemen met narcose
en operaties, enz.
- Urine-incontinentie
Bij ongeveer 10-20% van de gecastreerde honden kan een hormonaal geïnduceerde
urine-incontinentie optreden. Vooral bepaalde rassen blijken gevoeliger en er
lijkt een verband te bestaan met staartamputatie (gecoupeerde staart). Er bestaat
een verhoogd risico op onwillekeurig urineverlies na castratie bij de volgende
rassen: Boxer, Dobermann, Dwergpoedel, Old English Sheepdog (Bobtail), Bouvier,
Weimaraner, Riesen-Schnautzer en Ierse Setter. De incontinentie is over het
algemeen goed te behandelen, maar behandeling zal de rest van het leven nodig
zijn. Het typische beeld is onwillekeurig urineverlies tijdens rust (slaap).
- Verandering van de vachtstructuur
Bij vooral langharige honden blijkt na castratie de vachtstructuur te kunnen
veranderen. De vacht wordt dan dikker, krulleriger en moeilijker te onderhouden.
Dit komt voor bij o.a. de Cocker Spaniel, Afghaanse windhond en de New Foundlander.
Vaak zien we ongeremd verharen het hele jaar door. Door vermindering van de
vachtconditie treden er vaak secundaire allergieën op.
- Verandering van gedrag
Sloomheid, lusteloosheid, maar vooral ook onzekerheid, agressie e.d.. Gedragsveranderingen
geven ook verschuivingen in de roedelhierarchie. Geslachtshormonen hebben een
sterk invloed op de stofwisseling en dus op het welbevinden.
- Bewegingsstoornissen
Zoals gezegd: overgewicht versnelt de ontwikkeling van arthrose. En natuurlijk
heeft een dikke hond meer last van een niet helemaal gezond(e) gewricht of rug.
We weten dat geslachtshormonen een belangrijke functie vervullen bij de botstofwisseling.
VOOR- EN NADELEN
VAN HET CASTREREN VAN EEN REU
De voordelen van het castreren van een
reu zijn veel minder talrijk dan van het castreren van een teef. In sommige
gevallen kan een castratie van een reu het karakter positief beinvloeden. Reuen
met een zeer dominant karakter en/of een hypersexueel gedrag kunnen na castratie
een stuk rustiger worden en daardoor handelbaarder worden. Ook een overmatige
uitvloeiing uit de voorhuid kan door een castratie verdwijnen. Maar dit is wel
een heel slechte reden om te castreren. Een wat angstige en onzekere reu kan
na een castratie zich in het slechtste geval juist ontwikkelen tot een angstbijter.
Een gecastreerde reu heeft net als een gecastreerde teef meer kans op overgewicht.
MEDISCHE REDENEN
VOOR EEN OVARIO(HYSTER)ECTOMIE OF CASTRATIE
Hierbij kan gedacht worden aan:
- Suikerziekte bij een intacte
teef
- Pyometra = baarmoederontsteking met ophoping van etter 1 - 2 maanden na de
loopsheid
- Tumoren van de testikels, eventueel met kaalheid als complicatie
- Prostaatproblemen bij de reu
- Een ernstige therapieresistente schijndracht
SLOTOPMERKING
Als uw hond een normale cyclus heeft,
de loopsheid volledig normaal verloopt, er geen sprake is van schijndracht of
melkkliertumoren en als u als eigenaar weinig hinder ondervindt van de loopsheid
van uw hond, dan is er geen reden om uw hond te laten opereren. Het is natuurlijk
ook min of meer de plicht van een hondeneigenaar om beperkt ongemak te accepteren,
zonder daar onmiddellijk op in te grijpen. We moeten niet onderdelen "slopen"
voor ons eigen gemak of om een klein beetje meer zekerheid te hebben voor de
toekomst. En gelukkig is de gemiddelde teef maar twee maal per jaar gedurende
drie weken "ongesteld". Een ovario(hyster)ectomie en een castratie
van een hond worden door ons dan ook niet beschouwd als een routinebehandeling
die klakkeloos bij iedere teef of reu moet worden uitgevoerd. Het is dan ook
van belang dat u, ondersteund door bovenstaande uiteenzetting, afhankelijk van
de klachten en/of hinder die met de loopsheid van uw hond samenhangen een goede
beslissing kunt nemen over het wel of niet uitvoeren van een toch nog wel ingrijpende
operatie. Deze beslissing zal tot stand moeten komen na gedegen overleg met
uw dierenarts
Bron hondenpage.com